Skip to main content
Open een rekening

In het Nederlandse pensioenstelsel kan er op drie manieren pensioen worden opgebouwd. Dit worden de drie pijlers genoemd. 

Pensioen via de eerste pijler is de maandelijkse AOW-uitkering. Deze uitkering is voor iedereen die in Nederland woont en de AOW leeftijd heeft bereikt. Via de derde pijler kan je aanvullend pensioen opbouwen. 

In dit artikel richten we ons op pensioen via de tweede pijler.

Het werkgeverspensioen 

Pensioenopbouw binnen de tweede pijler wordt geregeld via je werkgever. Het bedrag dat wordt opgebouwd is een aanvulling op de eerste pijler. Het moet ervoor zorgen dat er voldoende pensioen aanwezig is wanneer je met pensioen gaat. 

De meeste werkgevers bieden een pensioenregeling aan. Dit hebben zij geregeld met een pensioenfonds of verzekeraar. Maandelijks wordt er van je salaris een premie ingehouden. Deze premie is het pensioen dat wordt opgebouwd via de werkgever. Een andere benaming voor het werkgeverspensioen is het collectief pensioen.

Een overzicht van het opgebouwde pensioen is te vinden in het Uniform Pensioen Overzicht (UPO).

De pensioenopbouw in de tweede pijler

Binnen de tweede pijler is er verschil in de manier waarop er pensioen wordt opgebouwd. Pensioen kan namelijk via verschillende manieren worden opgebouwd:

  • Eindloonregeling
  • Middelloonregeling
  • Beschikbare premieregeling

Uitgebreide informatie over de eindloonregeling en middelloonregeling  vind je op onze website.
Bij de beschikbare premieregeling stelt de werkgever jaarlijks een bedrag beschikbaar. Dit bedrag wordt vervolgens ieder jaar belegd. Op de pensioendatum wordt er van alle beleggingen  een uitkering aangekocht. 

De hoogte van het werkgeverspensioen

De hoogte van het werkgeverspensioen hangt af van een aantal factoren. Deze factoren leggen we hieronder uit: 

  • Het pensioengevend salaris. Dit is het jaarsalaris plus eventuele toeslagen.
  • De pensioengrondslag. Het deel van je salaris waarover het pensioen wordt opgebouwd. 
  • De AOW-franchise. Dit is het bedrag van je salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd. 
  • Het nabestaandenpensioen. Dit is onder te verdelen in een partner- en wezenpensioen.
  • De dekking bij arbeidsongeschiktheid. 
  • De pensioenopbouw. Hier is de keuze tussen de drie bovengenoemde keuzes.