Er zijn heel veel soorten beleggingen beschikbaar. De bekendste zijn aandelen en obligaties, maar er zijn nog meer mogelijkheden.
Denk bijvoorbeeld aan afgeleide producten. Dit zijn ingewikkeldere en vaak meer risicovolle beleggingen. Een voorbeeld van zo’n afgeleid product is een optie. In dit artikel leggen we uit wat opties zijn en hoe beleggen in opties werkt.
Geen tijd om het artikel te lezen? Bekijk dan onze video.
Wat zijn opties?
Een optie is een afgeleid product dat de koper het recht geeft om bepaalde effecten tegen een vastgestelde prijs op een vastgestelde datum te kopen of te verkopen. Dat klinkt ingewikkeld. Laten we het wat duidelijker maken.
Wanneer je vliegtickets boekt, kun je deze tijdelijk in optie zetten. Je hebt dan bijvoorbeeld drie dagen de tijd om te bepalen of je de tickets ook daadwerkelijk gaat kopen. Besluit je de tickets na de drie dagen te kopen, dan betaal je de prijs die vooraf vastgesteld was, ongeacht of deze in die tijd is veranderd.
Opties bij beleggen werken eigenlijk hetzelfde. Wanneer je een optie koopt, koop je het recht om bijvoorbeeld een set aandelen op de expiratiedatum voor een vastgestelde prijs te kopen of te verkopen. Je koopt dus niet direct de set aandelen, maar het recht om deze in de toekomst te kopen of verkopen, voor een bepaalde prijs.
Expiratiedatum, onderliggende waarde, uitoefenprijs en optiepremie
De expiratiedatum is de datum waarop de optie afloopt. Elke optie heeft dus een vaste looptijd, zoals de drie dagen bedenktijd bij vliegtickets. De looptijd van opties is meestal kort, het kan variëren van een dag tot vijf jaar. Een optie is daarom een korte termijn belegging.
De set aandelen (zoals de vliegtickets in het voorbeeld) is de onderliggende waarde van de optie. De onderliggende waarde hoeft niet altijd uit aandelen te bestaan, het kunnen ook valutaparen, vastgoed, goud of een index zijn. Meestal is de onderliggende waarde van een optie een set van 100 aandelen.
De uitoefenprijs bij een optie is de prijs waarvoor de koper van de optie de onderliggende waarde in de toekomst mag kopen of verkopen. Deze wordt vooraf vastgesteld.
De prijs van een optie is de optiepremie. Deze betaal je in ruil voor het recht om de onderliggende waarde in de toekomst tegen een vaste prijs te kopen of verkopen. Je betaalt de optiepremie aan de verkoper van de optie.
Soorten opties
Er zijn twee soorten opties, een call optie en een put optie. Hieronder leggen we uit wat het verschil is.
Call optie
Een call optie geeft de koper het recht om de onderliggende waarde op de expiratiedatum te kopen. Een call optie is gunstig wanneer je verwacht dat de koers van de onderliggende waarde in de toekomst gaat stijgen. Dankzij de optie kun je de onderliggende waarde dan namelijk nog kopen voor de lage prijs, terwijl de beurskoers hoger is. Het verschil tussen de prijs waarvoor jij kunt kopen en de beurskoers, na aftrek van de optiepremie, is je winst.
Put optie
Bij een put optie koop je het recht om de onderliggende waarde op de expiratiedatum voor de vastgestelde prijs te verkopen. Dit is gunstig wanneer je verwacht dat de koers van de onderliggende waarde zal gaan dalen. Jij kunt de onderliggende waarde dan nog verkopen voor een hogere prijs dan de beurskoers. Je rendement is het verschil tussen de prijs waarvoor jij mag verkopen en de beurskoers, na aftrek van de optiepremie.
Opties kopen of schrijven
Je kunt een optie kopen, maar ook aanbieden. Het aanbieden of verkopen van een optie noem je schrijven. De koper en schrijver van een optie hebben verschillende rollen bij call- en put opties.
Bij een call optie koopt de koper het recht om te kopen en heeft de schrijver de plicht om de onderliggende waarde aan de koper te verkopen.
Bij een put optie koopt de koper het recht om te verkopen en heeft de schrijver de plicht om de onderliggende waarde van de koper te kopen.
In the money, at the money, out of the money
Dit zijn drie termen die je vaak hoort vallen wanneer het om beleggen in opties gaat. Ze hebben betrekking tot de ‘uitkomst’ van de optie.
Een call optie is in the money wanneer de uitoefenprijs onder de beurskoers van de onderliggende waarde ligt. Dus wanneer je door je gekochte call optie aandelen voor 20 euro per aandeel mag kopen, terwijl de actuele beurskoers 30 euro per aandeel is, is de optie in the money.
Een optie is at the money wanneer de uitoefenprijs (bijna) gelijk is aan de actuele koers van de onderliggende waarde.
Een call optie is out of the money wanneer de uitoefenprijs hoger ligt dan de koers van de onderliggende waarde. Wanneer de call optie je het recht geeft om een set aandelen voor 20 euro per aandeel te kopen, terwijl de actuele beurskoers op 15 euro per aandeel staat, is de call optie out of the money.
Bij een put optie is het precies andersom. Een hogere uitoefenprijs dan beurskoers geeft aan dat de put optie in the money is. Een lagere uitoefenprijs dan de actuele beurskoers maakt een put optie out of the money.
Voordelen van beleggen in opties
Er zitten een aantal voordelen aan beleggen in opties. We leggen ze hieronder uit.
Bescherming tegen koersdaling
Beleggen in opties kan je beleggingen beschermen tegen een koersdaling. Je kunt door put opties te kopen namelijk winst maken zelfs wanneer de koersen dalen. Je moet dan echter wel van te voren kunnen voorspellen dat de koersen zullen dalen. Dat is bijna onmogelijk op de korte termijn.
Kans op veel winst
Door de hefboomwerking van een optie heb je kans om met een relatief lage inzet een hoge winst te behalen. De procentuele winst over een optie in een bepaalde set aandelen is vaak veel hoger dan de winst over de daadwerkelijke aandelen. Let wel op dat de hefboomwerking ook andersom werkt; je kunt procentueel ook een veel hoger verlies leiden bij het beleggen in opties.
Nadelen van beleggen in opties
Er zitten ook een aantal nadelen aan beleggen in opties. Deze nadelen laten zien dat opties niet geschikt zijn voor de beginnende belegger.
Korte termijn
Opties zijn korte termijn beleggingen. Op de korte termijn zijn aandelenkoersen vrijwel onvoorspelbaar. Je kunt zeggen dat de koersen op zo’n korte termijn bijna willekeurig bewegen. Daardoor loop je met beleggen in opties een groot risico dat je verkeerd hebt ingezet. Door de korte termijn lijkt beleggen in opties soms op speculeren.
Geen spreiding
De onderliggende waarde van een optie bestaat vaak uit 100 dezelfde aandelen. Er zit dus totaal geen spreiding in. Dit verhoogt het concentratierisico aanzienlijk. Om toch te diversificeren moet je verschillende opties kopen.
Kans om volledige inleg kwijt te raken
Als laatste loop je bij opties de kans om je volledige inzet kwijt te raken. Nu loop je bij beleggen natuurlijk altijd de kans om (een deel van) je inzet te verliezen. Bij opties is deze kans echter groter dan wanneer je rechtstreeks in aandelen of fondsen belegt.
Een aandeel kan natuurlijk in waarde verliezen, maar het wordt alleen helemaal niets meer waard wanneer het bedrijf failliet gaat.
Bij opties is het veel makkelijker om je volledige inzet te verliezen, wanneer je bijvoorbeeld een call optie hebt gekocht, maar de koers daalt. Niemand wil je optie dan kopen, omdat de prijs van de onderliggende waarde lager is dan de uitoefenprijs van de optie.