Aan beleggen zijn altijd risico’s verbonden. Eén van de mogelijke risico’s is het valutarisico. Beleggers krijgen te maken met valutarisico wanneer zij beleggen in producten met een andere valuta dan de euro.
In dit artikel leggen we je precies uit wat het valutarisico is. Daarnaast laten we het onderscheid zien tussen direct en indirect valutarisico en kijken we naar de mogelijkheden om het valutarisico te beperken.
Wat is het valutarisico?
Het valutarisico wordt ook wel wisselkoersrisico genoemd. Het ontstaat wanneer de wisselkoers tussen twee valuta verandert. De ene valuta wordt dan meer of minder waard ten opzichte van de andere valuta. Dit kan invloed hebben op het rendement van een belegging.
We geven een voorbeeld. Stel je voor dat je als Nederlander een aandeel koopt in Amerikaanse dollars. De koers van het aandeel kan stijgen met bijvoorbeeld 2%. Echter, wanneer de koers van de dollar ten opzichte van de euro daalt met 1%, dan maak je maar 1% rendement in plaats van 2%.
Direct valutarisico
Je loopt als belegger direct valutarisico als je belegt in producten die in een andere valuta zijn genoteerd, zoals de Britse pond of de Amerikaanse dollar. Je loopt dan direct risico, zoals hierboven uitgelegd.
Indirect valutarisico
Ook wanneer je in fondsen of ETF’s belegt die in euro’s aangekocht kunnen worden, kun je nog indirect valutarisico lopen. Dat komt doordat deze fondsen effecten kunnen bevatten die in andere valuta genoteerd staan. De wisselkoers is dan al verrekend in het fonds. Zo kun je toch valutarisico lopen, terwijl je in euro’s hebt betaald.
Het valutarisico afdekken
Beleggers proberen hun risico zo laag mogelijk te houden. Zijn er ook manieren om het valutarisico te beperken?
Als eerste kun je het valutarisico natuurlijk vermijden door alleen in Europese effecten te beleggen, die in euro’s genoteerd staan. Het nadeel hiervan is dat dit ten koste gaat van je spreiding.
Om het valutarisico te beperken kan een belegger er ook voor kiezen om te hedgen. Hedging is het afdekken van risico. Dit kun je doen door het afsluiten van een termijncontract. Met een termijncontract wordt vooraf bepaald tegen welke koers een aandeel wordt gekocht of verkocht.
Bij het hedgen kan ook worden gekozen voor een valutaoptie. Twee soorten valuta opties zijn de calloptie en putoptie. Bij een calloptie wordt ingespeeld op een stijging. Bij een putoptie speelt de belegger in op een daling. Beide strategieën zijn bedoeld om risico’s af te dekken.
Het nadeel van hedgen is dat er vaak wordt gewerkt met een ingewikkelde structuur. Hierbij wordt ook een hefboom gebruikt. Dit brengt risico’s met zich mee.