Bij beleggen in opties hoor je vaak de termen in-the-money, out-the-money en at-the-money. De termen hebben te maken met de uitkomst, stand of huidige waarde van de optie. In dit artikel leggen we uit wat deze termen precies inhouden.
In the money
Een call optie is in-the-money wanneer de uitoefenprijs onder de beurskoers van de onderliggende waarde ligt. Wanneer je bijvoorbeeld aandelen voor € 100,- per aandeel mag kopen, terwijl de beurskoers op dat moment € 110,- per aandeel is, is de optie in the money. Dit is dus gunsitg voor de bezitter van de optie.
Bij een put optie werkt het precies andersom: wanneer je een aandeel voor € 110,- mag verkopen, terwijl de beurskoers op dat moment € 100,- per aandeel is, is de optie in de money.
Naast in the money is er ook nog deep in the money. Dit is in principe hetzelfde, alleen dan is het verschil groter.
Out the money
Een call optie is in out the money wanneer de uitoefenprijs boven de beurskoers van de onderliggende waarde ligt. Dus wanneer je bijvoorbeeld aandelen voor € 100,- per aandeel mag kopen, terwijl de beurskoers op dat moment € 90,- per aandeel is, is de optie out the money. Dit is dus ongunstig voor de bezitter van de optie.
Bij een put optie werkt het precies andersom: wanneer je aandelen voor € 90,- per aandeel mag verkopen, terwijl de beurskoers op dat moment € 100,- per aandeel is, is de optie out the money.
At the money
Zowel een call- als een put optie is at the money wanneer de uitoefenprijs gelijk of bijna gelijk is aan de actuele koers van de onderliggende waarde.