Het depositogarantiestelsel (DGS) is een door de overheid ingesteld verzekeringsstelsel dat het spaargeld van klanten beschermt, mocht een bank failliet gaan. In dit artikel leggen we uit hoe het depositogarantiestelsel werkt.
Waarvoor ben je precies verzekerd?
Het klinkt misschien onwaarschijnlijk, maar het kan altijd gebeuren dat een bank failliet gaat. Als spaarder zou je, mocht dat gebeuren, in één klap al je spaargeld kwijt zijn. Om dat te voorkomen heeft de overheid het depositogarantiestelsel in het leven geroepen. Met dit stelsel ben je verzekerd tot € 100.000 euro spaargeld, mocht de bank failliet gaan.
Het stelsel geeft in principe dus garantie tot € 100.000 euro spaargeld. Dit is niet het geval wanneer de rekening op naam van twee personen staat. Als er dan bijvoorbeeld € 300.000 euro spaargeld op de rekening staat, krijgt elke rekeninghouder € 100.000 euro vergoed.
Wanneer één rekeninghouder drie rekeningen bij dezelfde bank heeft, met op elke rekening € 100.000 euro, krijgt de rekeninghouder slechts één keer € 100.000 euro terug. Daarom is het voor vermogende personen een optie om dat geld te verdelen over rekeningen bij verschillende banken. Stel dat alle banken tegelijkertijd failliet zouden gaan, krijgt de rekeninghouder bij elke bank tot € 100.000 euro vergoed. Dit kun je vergelijken met het concentratierisico bij beleggen. Dat risico valt ook te verkleinen door zoveel mogelijk te spreiden.
Wat valt binnen het DGS en wat niet?
Een bank kent veel verschillende spaarrekeningen en deposito’s. Niet alles valt onder het depositogarantiestelsel. Voorbeelden van producten die wél onder het DGS vallen, zijn betaal- en spaarrekeningen, en termijndeposito’s.
Producten die buiten het depositogarantiestelsel vallen zijn beleggingen, verzekeringen en cryptomunten die bij een bank staan. Ook achtergestelde deposito’s vallen niet onder het DGS.
Er kan beroep worden gedaan op het depositogarantiestelsel door zowel natuurlijke personen als rechtspersonen, maar ook daar zijn er uitzonderingen.
Natuurlijke personen die recht hebben op het DGS zijn meerderjarigen en (vertegenwoordigde) minderjarigen, bestuurders en aandeelhouders van de failliete bank. Ook met een eenmanszaak heb je recht op het DGS, maar wanneer je als eigenaar ook een persoonlijke rekening hebt bij die bank, ben je eenmalig tot € 100.000 euro verzekerd.
Rechtspersonen die binnen het DGS vallen zijn BV’s, NV’s, stichtingen en verenigingen.
Rechtspersonen die niet binnen het depositogarantiestelsel vallen zijn onder andere banken, pensioenfondsen, overheden en beleggingsondernemingen.
Hoe werkt dat met buitenlandse banken?
Banken die een Nederlandse bankvergunning hebben, vallen automatisch onder het Nederlandse DGS.
Wanneer een buitenlandse bank ook in Nederland opereert, vallen deze in eerste instantie niet onder het toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB) en dus ook niet onder het Nederlandse depositogarantiestelsel. Dit wordt geregeld via de toezichthouder van het land van herkomst, dus mocht die bank failliet gaan, kun je beroep doen op die regeling. Europese banken hebben tegenwoordig een uniforme regelgeving voor het depositogarantiestelsel. Het is verstandig om de precieze regelgeving na te vragen bij je bank.
Twijfel je om je vermogen (deels) te gaan beleggen? Lees alles over die afweging in ons artikel Sparen of beleggen, wat is het beste?.
Benieuwd naar de beleggingsaanpak van Axento? Vraag vrijblijvend onze informatiebrochure aan.