In de Nederlandse wetgeving zijn verschillende wetten opgenomen om beleggers en spaarders te beschermen. Voorbeelden hiervan zijn het depositogarantiestelsel en het beleggerscompensatiestelsel.
Deze stelsels staan allemaal beschreven in de Wet Giraal Effectenverkeer. In dit artikel leggen we uit wat deze wet precies inhoudt.
Het doel van de Wet Giraal Effectenverkeer
In 1977 is de Wet Giraal Effectenverkeer (Wge) opgesteld. Het doel hiervan is het toezicht houden op het bewaren en administreren van effecten. Dit wordt verzorgd door een centraal instituut: de Euroclear Netherlands. Dit instituut staat onder toezicht van de AFM.
Vermogensscheiding
In de Wge staat een belangrijke bepaling voor beleggers. Er is namelijk bepaald dat banken en ondernemingen het vermogen en effecten van beleggers moeten scheiden van het eigen vermogen. Dit zorgt ervoor dat wanneer een instelling failliet gaat, de effecten van beleggers niet verloren gaan. Zo zijn beleggers beschermd.
Overige bepalingen Wet Giraal Effectenverkeer
De Wge is opgedeeld in verschillende hoofdstukken. Hieronder ziet u een overzicht van deze hoofdstukken.
- Hoofdstuk 1. Hierin staan de algemene bepalingen van de Wge.
- Hoofdstuk 2. Dit hoofdstuk beslaat alle regels omtrent het verzameldepot. Dit gaat over effecten die een bank in eigen beheer heeft.
- Hoofdstuk 3. Alle regels rondom het girodepot zijn hier aangegeven. Alle effecten van beleggers zijn ondergebracht in het girodepot.
- Hoofdstuk 3a. Hierin staat de identificatie van aandeelhouders vastgelegd.
- Hoofdstuk 3b. In dit hoofdstuk worden bepalingen over het derivatenvermogen besproken.
- Hoofdstuk 4. Hierin staan de overgangs- en slotbepalingen vermeld.
