Vanuit de overheid wordt het opbouwen van pensioen gestimuleerd. Het is dan ook mogelijk om belastingvriendelijk geld te storten in een lijfrente. De lijfrente wordt aan het einde van de looptijd periodiek uitgekeerd. Dit zorgt voor een aanvulling op je pensioen.
In sommige gevallen wil iemand de waarde van de lijfrente afkopen. Dan wil diegene een gedeelte of het volledige bedrag uit zijn lijfrente opnemen.
Door de wet inkomstenbelasting 2001 is over dit bedrag revisierente verschuldigd. In dit artikel vertellen we wanneer iemand revisierente moet betalen.
Wat is revisierente?
Revisierente is de boete die een persoon betaalt voor het volledig of gedeeltelijk afkopen van zijn lijfrente. Door te storten in een lijfrente, bijvoorbeeld door pensioenbeleggen, ontvang je belastingvoordeel. Hiertegenover staat, dat de lijfrenterekening geblokkeerd is tot de pensioenleeftijd en dat het geld niet in één keer kan worden opgenomen. Doe je dit wel, dan betaal je 20% revisierente.
De revisierente bij het afkopen van pensioen wordt berekend over de economische waarde van de lijfrenterekening. Dit is de waarde van je lijfrente inclusief rente of beleggingsresultaten.
Wanneer je de lijfrente hebt afgekocht moet er ook nog inkomstenbelasting worden betaald. In de hoogste schijf bedraagt dit percentage 49,5%.
Wanneer betaal ik revisierente?
De Belastingdienst heeft een overzicht gemaakt waarin staat wanneer iemand revisierente moet betalen. Dit moet in de volgende gevallen:
- Wanneer iemand een pensioenrecht afkoopt.
- Wanneer iemand de lijfrente geheel of gedeeltelijk afkoopt.
- Wanneer iemand een deel van de lijfrenterekening opneemt.
- Wanneer iemand een lijfrente, schenkt, verkoopt of verpandt.
- Wanneer de lijfrente niet tijdig is omgezet of laten ingaan na de contractdatum.
- Wanneer de lijfrente niet op tijd is ingezet na overlijden.
Uitzonderingen op het betalen van revisierente
In sommige gevallen ben je geen revisierente verschuldigd. Dit kan voorkomen in het geval van oude wetgeving of of een klein bedrag op de rekening. Hieronder zetten we specifiek uit wanneer de rente niet hoeft te worden betaald:
- Bij het afkopen van een bedrag dat valt in de regeling afkoop kleine lijfrente
- Bij het afkopen van een oud regime lijfrente. Dit zijn de volgende lijfrentes:
- Lijfrente voor 16 oktober 1990 waarvan de premie daarna niet is verhoogd.
- Lijfrente na 15 oktober 1990, uiterlijk op 31 december 1991 afgesloten. Na deze datum is er geen premie meer betaald over deze lijfrente.
- Een lijfrente afkopen waarvan de jaarlijkse uitkering kleiner is dan €474,11
- Wanneer er een lijfrente is afgekocht die is opgebouwd in een eigen B.V.
- Wanneer de lijfrente wordt afgekocht vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid.
Het berekenen van revisierente
Het uiteindelijke bedrag aan revisierente is afhankelijk van een aantal factoren. Zo moet je weten in welk jaar de lijfrente is afgesloten en afgekocht. Ook moet je weten hoeveel geld er in totaal in het lijfrenteproduct zit.
In sommige gevallen is er een lager bedrag aan revisierente verschuldigd. Dit komt door de tegenbewijsstelling.
Voor het berekenen van de revisierente heeft de Belastingdienst een rekentool opgesteld.