Iedereen met geld op een spaarrekening weet dat de spaarrente bijzonder laag is. Bij de grootbanken in Nederland ontvang je als spaarder slechts 0,05%. Veel mensen zoeken daarom naar mogelijkheden om meer rendement te halen. Beleggen op de beurs wordt dan ook steeds populairder. In deze column leg ik uit hoe je kunt starten met beleggen en waar je rekening mee moet houden.
Dit is waar je begint
Allereerst bepaal je of je zelf wilt beleggen of dat je een bank of vermogensbeheerder inschakelt. Om zelf te beleggen, kun je een rekening openen bij een bank of broker. Dat is nog redelijk eenvoudig. Pas daarna komt de uitdaging: waar ga je in beleggen? Koop je een paar Nederlandse aandelen, stap je in een beleggingsfonds of ga je speculeren met opties of turbo’s. Om deze beleggingskeuzes te maken heb je tijd, kennis en ervaring nodig. Heb je dat niet? Dan is de kans op verkeerde beslissingen groot en lijkt beleggen meer op gokken dan investeren.
Wil je graag beleggen, maar het niet zelf doen? Ga dan op zoek naar een geschikte bank of vermogensbeheerder. Zij beheren jouw vermogen aan de hand van vooraf gemaakte afspraken. Voorbeelden hiervan zijn hoeveel risico je wilt en kunt nemen, welk rendement je nastreeft en wat de kosten zijn. Vermogensbeheer gebeurt tegenwoordig ook online waar je met een paar duizend euro al kunt starten met beleggen.
Wat is het rendement van beleggen?
Het is vooraf helaas niet te zeggen welk rendement je gaat halen. Wat wel vast staat is “hoe hoger het rendement, des te hoger het risico”. Ter indicatie kun je kijken naar rendementen uit het verleden. De twee meest voorkomende beleggingscategorieën op de beurs zijn aandelen en obligaties. Historisch gezien is het rendement op aandelen ongeveer 8%. Voor obligaties circa 3%. De stelregel is dat als je ‘gemiddeld’ risico wilt lopen, je voor de helft in aandelen en de helft in obligaties belegt. Historisch gezien zou dat ongeveer 5,5% rendement per jaar hebben opgeleverd (exclusief kosten).
Wat zijn de risico’s van beleggen?
Historische rendementen geven een indicatie van welk rendement je op lange termijn mag verwachten. Voor de toekomst biedt dat echter geen zekerheid. De rendementen van beleggen verschillen namelijk van jaar tot jaar door koersschommelingen op de beurs. Deze koersschommelingen kunnen ook leiden tot verlies. De schommelingen van aandelen zijn in de regel groter dan die van obligaties. In tijden van crisis kunnen aandelenkoersen bijvoorbeeld flink dalen. Daar staat echter een relatief hoog verwacht rendement tegenover. Een bewezen methode om risico’s te beheersen is door wereldwijd te spreiden over landen en sectoren. Een goed gespreide portefeuille bevat honderden verschillende aandelen en obligaties.
Tot slot: beleggen doe je voor de lange termijn
Beleggen is een lange termijn sport. Het is onverstandig om voor één of twee jaar te beleggen. De kans op verlies is dan namelijk groot. Een belangrijke vuistregel bij beleggen is: hoe langer je belegt, des te groter de kans op een positief resultaat. Tijd zorgt ervoor dat je eventuele verliezen kunt goedmaken en een mooi rendement kunt opbouwen.