De zwevende wisselkoers is een wisselkoers die tot stand komt aan de hand van vraag en aanbod op de valutamarkt. Het wordt ook wel een fluctuerende of flexibele wisselkoers genoemd.
In dit artikel leggen we uit hoe het werkt en wat het verschil is tussen een zwevende en een vaste wisselkoers.
Hoe werkt het?
Bij een zwevende wisselkoers wordt er gespeculeerd op vraag en aanbod. De valutakoers daalt als het aanbod stijgt en andersom.
Een zwevende valuta heeft sterke en zwakke eigenschappen. Als de overheid van een land van een bepaalde valuta wordt beschouwd als onstabiel en beleggers geen vertrouwen meer hebben in deze economie, zal er hoogstwaarschijnlijk een depreciatie van de valuta plaatsvinden. Dat houdt in dat de munt in waarde daalt ten opzichte van andere valuta.
Bij een zwevende wisselkoers kunnen overheden een oplossing zoeken om ervoor te zorgen dat hun valutakoers wel relevant blijft voor de internationale handel. Dit zal beïnvloeding van de wisselkoers door andere overheden voorkomen.
China devalueert eigen munt
Kijk bijvoorbeeld naar China. De Chinese overheid bepaalt de Yuan. People’s Bank of China (PBOC) gaat over de prijsstabiliteit van de Chinese Yuan, het is zelfs een van de hoofdtaken. De Chinese overheid heeft een limiet gesteld op de beweging van de Yuan ten opzichte van buitenlandse valuta’s, waar ook de US dollar onder valt.
Een onderdeel van het valutabeleid van China is het beheren van buitenlandse valutareserves. Zij kopen bijvoorbeeld USD in en verkopen dit vervolgens weer. Zo probeert de bank de Yuan stabiel te houden binnen de bandbreedte van de valutakoers die gesteld is.
Verschil zwevende en vaste wisselkoers
De zwevende wisselkoers is over het algemeen eerlijker en efficiënter dan de vaste wisselkoers. De wisselkoersen van vaste valuta's fluctueren minder sterk dan die van zwevende valuta's.
Als de economie onzeker is en de markten onstabiel zijn, kunnen vaste wisselkoersen echter wél handig zijn. Veel van deze landen koppelen hun valuta’s aan een andere valuta die wat stabieler is. Dit stimuleert investeringen en zorgt voor een vordering van de verlaging van het inflatieniveau.
Zwevende wisselkoersen zijn zoals eerder gezegd efficiënter dan vaste wisselkoersen. Waarom kiezen sommige landen dan toch voor een vaste wisselkoers?
Kleinere landen of ontwikkelingslanden hebben vaak een wat minder sterke munt. Andere landen kunnen handel met deze landen risicovol vinden. Je zou als land je eigen munt kunnen koppelen aan een sterkere munt zodat de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van het monetaire beleid groter wordt. En zo willen meer landen met dit land handelen.
Aan de ene kant is dit erg verstandig. Het nadeel hiervan is dat een land dat dit doet, laat zien dat deze afhankelijk is van andere naties. Zo kan het overkomen alsof het land zelf niet in staat is een solide monetair beleid te voeren.