Overgewaardeerde aandelen zijn aandelen waarvan de huidige beurskoers hoger is dan de werkelijke waarde.
Deze werkelijke waarde wordt ook wel de intrinsieke waarde genoemd. Je kunt de intrinsieke waarde bepalen door te kijken naar verschillende financiële ratio's. Dit zijn bijvoorbeeld de winst per aandeel, de koers-winstverhouding en het rendement op eigen vermogen.
Het tegenovergestelde van een overgewaardeerd aandeel is een ondergewaardeerd aandeel.
Beleggen in overgewaardeerde aandelen
Beleggen in overgewaardeerde aandelen is niet altijd verstandig. Sommige beleggers en analisten claimen dat de overwaardering van aandelen leidt tot een zogenaamde bubbel.
Hiermee bedoelen ze, dat de koersen geen gegronde reden hebben om zo hoog te staan. Daarom moeten ze op een zeker moment terugkeren naar hun werkelijke waarde. Dat is het moment waarop de bubbel knapt en de aandelenkoersen plotseling sterk dalen.
Het knappen van een bubbel kan je een hoop geld kosten wanneer je hebt belegd in een overgewaardeerd aandeel. Je aandeel verliest dan plots zijn waarde.
Om deze reden is het belangrijk dat je goed onderzoekt, of de beurswaarde van het aandeel niet té onrealistisch is ten opzichte van de werkelijke waarde. Daarnaast moet je na gaan of er nog wel waardestijging mogelijk is vanaf het moment dat je het aandeel koopt. Anders kun je er geen rendement uit halen.
Voorbeeld uit het verleden
Een goed voorbeeld van wanneer aandelen overgewaardeerd waren, was de IT-bubbel rond het jaar 2001. In dat jaar waren aandelen van IT-bedrijven als enorm hard gestegen. De verwachtingen van deze bedrijven waren hoog, vooral doordat het internet op dat moment echt doorbrak.
Uiteindelijk bleek het allemaal een bubbel te zijn. De verwachtingen waren veel te rooskleurig en veel bedrijven konden hun beloftes niet waarmaken. Uiteindelijk barstte de bubbel en daalden koersen van IT-aandelen met ruim 50%. Het duurde jaren voordat beleggers hun verliezen weer hadden goedgemaakt.