In dit artikel leggen we uit wat er op Black Monday gebeurde. We gaan onder andere in op wat de oorzaken en gevolgen waren en of zoiets nu weer kan gebeuren.
Black Monday
Black Monday is een bijnaam voor maandag 19 oktober 1987. Het was de eerste keer na de Tweede Wereldoorlog dat er weer een beurskrach plaatsvond. De naam Black Monday is afgeleid van de beurskrach in 1929 op Wallstreet, Black Thursday.
Wat gebeurde er op Black Monday?
Op 19 oktober 1987 stortte de beurs in rap tempo in. Het begon in Hongkong en de rest van de wereld volgde toen ook daar de beurzen een paar uur later openden. In Amsterdam daalde de EOE-index (zo heette de AEX-index toen) met 12% en later met nog eens 6%. Op Wallstreet daalde de Dow Jones-index met maar liefst 22,6%.
Er waren veel particuliere beleggers betrokken bij de beurskrach, iets wat in 1929 niet het geval was. Tussen 1982 en 1987 was de koers met gemiddeld 350% gestegen, hierdoor was beleggen erg populair geworden.
In Amerika duurde de recessie tot eind 1987, maar op de Amsterdamse beurs duurde het tot januari 1989.
Wat waren de oorzaken?
Toen de beurs instortte, kon men op het eerste gezicht geen duidelijke aanleidingen bedenken. Wat kon deze beurskrach veroorzaakt hebben?
Er is niet één oorzaak te noemen voor de beurskrach, het was meer een opeenstapeling van factoren, op wereldwijd niveau. Het was een week van tevoren al onrustig op de beurs, en beleggers raakten in paniek. Paniek is vaak een belangrijke oorzaak voor een beurskrach. De beurzen sloten op vrijdag al met kleine verliezen.
Toen op maandag de beurzen weer openden, daalde de koers nog sneller dan voor het weekend. Iedereen wilde zijn aandelen snel verkopen: er werden veel meer aandelen verkocht dan gekocht, waardoor de aandelen met een veel lagere waarde werden verkocht.
In de middag werd de situatie nog slechter, toen bekend werd dat de handel misschien moest worden stopgezet. Beleggers probeerden toen nog meer aandelen te verkopen.
Ook de computerprogramma’s die men toen gebruikte verslechterden de situatie. Aandelen werden automatisch verkocht wanneer de koers onder een bepaalde grens kwam, en door alle hectiek raakten de programma’s overbelast. Hierdoor konden tussenhandelaren niet bereikt worden en ging veel geld in rook op.
Alles bij elkaar zorgden de verliezen van 19 oktober 1987 voor de grootste beurskrach uit de Amerikaanse geschiedenis.
Wat waren de gevolgen?
Wanneer de beurs op wereldwijde schaal instort, brengt dat natuurlijk gevolgen met zich mee. Dat was tijdens Black Monday niet anders, vooral omdat er nu ook veel particuliere beleggers bij betrokken waren. De beurskrach had op korte termijn de volgende gevolgen:
- De handel op veel beurzen werd tijdelijk stopgezet
- De Amerikaanse Centrale Bank pompte liquiditeit in de markt
- Veel bedrijven kochten hun eigen aandelen om zo de prijs omhoog te helpen
- De Amerikaanse regering verhoogde de belasting om zo het begrotingstekort te beperken
De rampzalige gevolgen van de beurskrach bleven beperkt, omdat er ook beleggers waren die het als een buitenkans zagen om voor een lage prijs aandelen te kopen. Hierdoor stegen de koersen weer en gingen er uiteindelijk weinig bedrijven failliet.
Kan er nu weer zoiets gebeuren?
Een beurskrach veroorzaakt veel paniek. Er kan nooit worden uitgesloten dat iets soortgelijks nog eens gaat gebeuren. Toch zijn er nu een aantal verschillen vergeleken met 1987 waardoor het onwaarschijnlijk is dat het op dezelfde manier nog een keer zal gebeuren.
Allereerst waren de computerprogramma’s toen anders: als de koers te snel daalde, werden aandelen automatisch verkocht. Dat is nu anders: als de koersen te diep dalen, wordt de handel even stilgelegd. Dit vond bijvoorbeeld plaats tijdens de kredietcrisis in 2008. Je kunt dit zien als een adempauze voor beleggers.
Daarnaast is de rente nu veel lager dan in 1987. Wanneer je tegenwoordig je geld op de bank zet, krijg je hier nauwelijks rente op. Er zijn dus minder alternatieven voor beleggen in aandelen dan toen.
Ondanks de nieuwe situatie zijn er nu weer andere risico’s dan toen. De waarderingen op de beurs zijn hoog, dat houdt in dat aandelen nu vaak duurder zijn. Verder zijn er nu andere computerprogramma’s die anders werken dan toen, maar die wel in het nadeel van de koers kunnen werken. Zo is er nu bijvoorbeeld een volatiliteit strategie. Deze strategie geeft aan wanneer de beurs beweeglijk is, en aandelen worden dan afgebouwd.
Lees in dit artikel meer over de risico’s van beleggen.