Skip to main content
Rekening openen

Het Nederlandse belastingstelsel ondergaat in de komende jaren aanzienlijke wijzigingen. Een van de meest ingrijpende veranderingen betreft box 3, waarin vermogens zoals spaargeld en beleggingen worden belast. Vanaf 1 januari 2028 (dit zou eerst in 2027 worden doorgevoerd) wordt het huidige systeem, dat gebaseerd is op fictieve rendementen, vervangen door een methode waarin het werkelijke rendement centraal staat. In deze blog duiden we de huidige regelgeving, schetsen we wat er gaat veranderen in het nieuwe box 3 stelsel 2028 en reiken we concrete handelingsperspectieven aan, zoals fiscaal aantrekkelijk pensioenbeleggen in box 1.

Let op: De informatie in deze blog is gebaseerd op de meest recente plannen voor de hervorming van box 3 per 2028. Deze plannen zijn nog niet definitief en kunnen wijzigen. Er kunnen dan ook geen rechten aan deze blog worden ontleend. Voor de meest actuele en officiële informatie verwijzen wij je naar de website van de Belastingdienst

De status quo: box 3 en fictieve rendementen

In het huidige belastingstelsel wordt vermogensbelasting geheven over een theoretisch, ofwel fictief, rendement. De Belastingdienst gaat ervan uit dat een belegger of spaarder een bepaald rendement behaalt, ongeacht de daadwerkelijke uitkomst van zijn of haar beleggingen. Deze aanpak leidt vaak tot scheve situaties: zelfs wanneer je reëel verlies lijdt op je beleggingen, kan het zijn dat je toch belasting verschuldigd bent.

Voor het belastingjaar 2024 zijn de volgende fictieve rendementspercentages vastgesteld:

  • 1,03% op spaargeld

  • 6,04% op beleggingen en overige bezittingen

  • Schulden worden verrekend met een negatief rendement van -2,47%

Vervolgens wordt het berekende fictieve rendement belast tegen een tarief van 36%. Hoewel dit systeem administratief overzichtelijk is, staat het maatschappelijk draagvlak onder toenemende druk. In meerdere rechtszaken is geoordeeld dat het huidige systeem onrechtvaardig uitpakt, met als gevolg dat de overheid zich genoodzaakt ziet om tot hervorming over te gaan.

Overgangsperiode 2026–2027

In aanloop naar de invoering van het nieuwe stelsel worden het forfaitaire rendement én het heffingsvrije vermogen aangepast. Zo zal de vrijstelling vanaf 2026 verlaagd worden naar zo'n € 51.396 (i.p.v. € 57.684 in 2025) en stijgt het forfait op beleggingen. De precieze cijfers worden elk jaar in het Belastingplan vastgesteld.

Het nieuwe box 3 stelsel per 2028: belasting op werkelijk rendement

Vanaf 1 januari 2028 zal box 3 hervormd worden tot een stelsel waarbij werkelijk rendement leidend is voor de belastingheffing. Deze wijziging volgt uit het wetsvoorstel "Wet werkelijk rendement box 3", dat op 19 mei 2025 is aangeboden aan de Tweede kamer. De deadline voor parlementaire behandeling is 15 maart 2026, zodat banken, vermogensbeheerders en de Belastingdienst voldoende tijd hebben voor implementatie. In dit nieuwe systeem wordt belasting geheven over daadwerkelijk gerealiseerde opbrengsten uit vermogen, zoals:

  • rente op spaartegoeden,
  • dividenden,
  • huurinkomsten,
  • én gerealiseerde koerswinsten. 

Let op: ook kosten zoals vermogensbeheer of betaalde rente op schulden worden (beperkt) aftrekbaar. Over ongerealiseerde waardestijgingen (bijvoorbeeld koerswinst op nog niet verkochte aandelen) wordt voorlopig géén belasting geheven. Dit zorgt voor uitstel van belasting, totdat je daadwerkelijk verkoopt. 

Box 3 belasting 2028 voorbeeld

Stel: je hebt een belegd vermogen van € 100.000 en behaalt hiermee in 2028 een rendement van 8%, oftewel € 8.000 aan rente, dividend en koerswinst. Dan betaal je belasting over deze € 8.000, tegen het dan geldende tarief (op moment van schrijven: nog niet definitief vastgesteld).

Behaal je slechts 1% rendement, dan wordt dus alleen € 1.000 belast. En lijd je verlies, dan ben je voor dat jaar geen box 3-belasting verschuldigd.

Hoewel het principe eenvoudig klinkt, zal de praktijk complexer worden. Vermogensbezitters moeten gedetailleerd hun rendementen en mutaties bijhouden. Banken en vermogensbeheerders zullen deels verplicht worden om gegevens aan te leveren, maar eigen administratie blijft noodzakelijk.

Let op: Het exacte belastingtarief dat vanaf 2028 van toepassing zal zijn op het werkelijke rendement in box 3 is op het moment van schrijven nog niet wettelijk vastgesteld. Het definitieve percentage wordt bepaald in het Belastingplan 2027 en kan afwijken van het huidige tarief van 36%. Aan deze berekening kunnen dus geen rechten worden ontleend.

Hoe kun je als belegger anticiperen? Kijk naar pensioenbeleggen in box 1!

Gezien de onzekerheden en mogelijke nadelige belastingdruk onder het nieuwe regime, is het verstandig om te onderzoeken of een deel van het vermogen buiten box 3 kan worden ondergebracht. Een interessante optie is Axento pensioenbeleggen in box 1. Binnen deze fiscale categorie bouw je op een fiscaal voordelige manier vermogen op voor later, terwijl je tegelijkertijd de belastingdruk in box 3 verlaagt.

Voordelen van beleggen in box 1

  • Je inleg is fiscaal aftrekbaar tot aan de jaarruimte, wat direct belastingvoordeel oplevert.

  • Het opgebouwde vermogen telt niet mee voor de vermogensrendementsheffing in box 3.

  • Belastingheffing vindt pas plaats bij uitkering – doorgaans na pensionering, wanneer het tarief vaak lager is.

  • Dankzij de Wet toekomst pensioenen, die sinds 2023 van kracht is, is de jaarruimte verhoogd naar 30% van de pensioengrondslag. Daardoor is er meer ruimte om fiscaal gunstig te sparen voor later.

Het combineren van reguliere beleggingen met pensioenbeleggen biedt niet alleen een betere risicospreiding, maar ook optimalisatie van je fiscale positie.

Strategische tip: benut je jaarruimte vóór 2028

Met de naderende invoering van het nieuwe box 3 stelsel is dit hét moment om in actie te komen. Door nu al extra te storten op je pensioenrekening bij Axento kun je profiteren van dubbele voordelen: je verlaagt je vermogen in box 3 én je bouwt fiscaal voordelig pensioenvermogen op in box 1.

Je kunt met de rekentool van Axento eenvoudig berekenen hoeveel jaarruimte je hebt. Deze jaarruimte kun je benutten voor een extra storting vóór het einde van het jaar. Daarmee verklein je het belastbare vermogen in box 3 én versterk je je financiële positie voor de toekomst.

Tip: vergeet ook je reserveringsruimte niet!

Veelgestelde vragen over box 3 in 2028

Wanneer gaat het nieuwe box 3 stelsel in?

Vanaf 1 januari 2028. Tot die tijd blijft het systeem met fictieve rendementen van kracht.

Hoe verschilt pensioenbeleggen in box 1 van regulier beleggen in box 3?

Bij pensioenbeleggen beleg je met fiscaal voordeel, en betaal je pas belasting bij uitkering. Het opgebouwde vermogen wordt niet belast in box 3, terwijl je bij vrij beleggen jaarlijks belasting betaalt over (fictieve of werkelijke) rendementen.

Je kunt beleggen in box 1 en box 3 bij Axento eenvoudig combineren. Meer weten? Plan vandaag nog een gratis adviesgesprek met een van onze beleggingsadviseurs en ontdek de mogelijkheden.

Conclusie

De geplande hervorming van box 3 in 2028 zal verstrekkende gevolgen hebben voor particuliere beleggers. Waar de belastingdruk nu nog gebaseerd is op fictieve rendementen, zal deze in de toekomst afhankelijk zijn van werkelijk behaalde resultaten. Dit creëert enerzijds kansen voor een eerlijker en toekomstbestendig systeem, maar anderzijds ook risico’s op een hogere belastingdruk bij bovengemiddeld rendement.

Door (een deel van) je vermogen fiscaal gunstig onder te brengen in het pensioenproduct van Axento, kun je proactief inspelen op deze veranderingen. Zo verlaag je je belastbare box 3-vermogen én benut je optimaal de verhoogde jaarruimte onder de nieuwe pensioenwet.

Weten wat dit concreet voor jou betekent? Download onze gratis pensioenbrochure of plan een vrijblijvend adviesgesprek in met een van onze beleggingsadviseurs.